Onder toeziend oog van Hubert Deitmers (foto boven) groeide het aantal jongeren dat deelneemt aan een van de lesprogramma’s van Stichting Jong Ondernemen van 3.000 in 2010 naar 120.000 het afgelopen schooljaar. Bij de stichting, die tot nu toe werd gefinancierd door sponsors en bijdragen van scholen, werken 13 mensen die samen ruim 1100 vrijwilligers aansturen.

In het bestuur zitten onder andere Heleen Dura – van Oord en André Haardt (medeoprichter van Squla). In een ‘comité van aanbeveling’ dragen John Fentener van Vlissingen, Joop van den Ende, Jan Aalberts en Frits Goldschmeding hun steentje bij.

Opschalen

Om de komende 12 jaar alle jongeren van 10 tot 25 jaar in Nederland te kunnen bereiken moet het aantal deelnemers worden opgekrikt naar 250.000 scholieren en studenten per jaar. Het ultieme doel van de stichting is dat ondernemerschap een vaste plek krijgt in het curriculum, net zoals in Denemarken en Zweden al het geval is.

Deitmers (ook bekend van Endeit Capital) berust erin dat hij dat als voorzitter niet meer mee zal maken. Hij legt komende maand na tien jaar organiseren en lobbyen in politiek Den Haag de voorzittershamer neer (die wordt opgepakt door opvolger Walter Mutsaers), maar niet zonder de groeiplannen een extra zetje te geven. Voor het nieuwste project van de stichting, het ‘Future Founders Initiative’, vond de stichting een zestal ondernemers (die anoniem willen blijven) bereid om de komende drie jaar ieder 50.000 euro per jaar bij te dragen. In totaal zoekt de stichting tien ondernemers, die bij elkaar een half miljoen per jaar op tafel leggen.

Overheid

Om alle jongeren in Nederland te kunnen bereiken zou Mark Rutte dat bedrag moeten matchen, roept Deitmers de premier op. ‘Van alle jongeren die nog op school zit werkt 65 procent straks in banen die nu nog niet bestaan, maar het huidige onderwijssysteem is voor een belangrijk deel nog precies zoals het tientallen jaren geleden ook was’, stelt hij.

‘Het is cruciaal dat we investeren in jongeren. Dat zij leren om weerbaar te zijn, creatief, proactief en zelfredzaam.’ Stichting Jong Ondernemen gebruikt het – hopelijk door de overheid aangevulde – nieuwe geld om meer ondernemers-voor-de-klas te kunnen werven, om meer scholen te kunnen overtuigen, sponsors te werven en programma’s te ontwikkelen die ondernemerschap stimuleren.

Daadkracht

De missie van de stichting gaat ‘over kabinetsperiodes heen’, zegt Deitmers, maar in de politiek ontbreekt het aan de daadkracht die daarvoor nodig is. ‘Het is eigenlijk bizar: iedereen onderschrijft het belang, maar het is een langetermijninvestering.’

Samen met het comité van aanbeveling stuurde Deitmers brieven naar het kabinet met een verzoek om steun. Die kwam er, maar voor een beperkte duur, blikt hij terug. ‘De overheid doet nu eigenlijk niks meer. Dat is ook een beetje onze frustratie. De ene keer zit je met een groep van 25 mensen, dan weer met een paar topambtenaren en wordt er vervolgens een commissie opgetuigd. Maar kom op, hoe vaak moet iets bewezen zijn?’

Kerndoelen

Deitmers wijst op het lesprogramma voor het primair onderwijs, dat bijdraagt aan 23 van de 58 kerndoelen, zoals wiskunde, taal, creativiteit en samenwerken. Drie van de zes programma’s werden onderzocht door de Universiteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Eindhoven en de Hogeschool Utrecht. Belangrijkste uitkomst: behalve dat ze sneller een bedrijf beginnen, vinden jongeren die ondernemerschapsles volgen sneller een baan en zijn ze actiever qua intrapreneurship (nieuwe initiatieven uitrollen binnen een groot bedrijf).

Het doel van de stichting is dan ook niet per se om zoveel mogelijk bedrijven te laten ontstaan, zegt Deitmers. Maar wel om jongeren te laten ‘proeven’ aan ondernemerschap en het ontwikkelen van non-cognitieve karaktereigenschappen zoals pro-activiteit en zelfredzaamheid.

Vlammetje

‘We gaan een onzekere toekomst tegemoet. Het gaat er niet om dat je jezelf ‘ondernemer’ kan noemen. Maar door het samenkomen van ontwikkelingen als AI, deep learning en quantum computing worden banen minder vanzelfsprekend. Daar moet je je zelf op voorbereiden. Ik zeg niet dat we jongeren opleiden tot een succesvolle ondernemer, maar we laten ze wel alle kanten ervan zien en leren, zodat ze er een rugzak bij hebben. De kinderen waar een vlammetje aangewakkerd is, die pakken het op.’

En het is ook gewoon leuk om ondernemerschap over te brengen op een nieuwe generatie, zegt de investeerder die zelf ook regelmatig voor de klas stond.  ‘Die kinderen willen soms zelfs geen pauze, en blijven langer op school om een project af te maken.’

Deitmers herinnert zich een les waarin hij juist zelf iets nieuws leerde. ‘Het ging over accounting en de balans, en dat daar alle dingen op staan die belangrijk zijn voor een bedrijf. Een leerling vroeg mij: “Maar waar staan dan de mensen?” Dat zijn toch wel ontwapenende momenten.’